Mediawijsheid op Montessorischool Elzeneind Voor het ontwerpen van het onderwijsontwerp zijn wij uitgegaan van de theorie Design Thinking (Kapferer, 2014). Hij definieerde design als een continu proces dat waarde geeft van idee tot aan product. Design Thinking gaat er van uit dat je verschil kunt maken. Het doordachte proces naar nieuwe en relevante oplossingen kunnen een positieve impact hebben. Het Design Thinking is opgedeeld in zes fasen, die ik hieronder stap-voor-stap uit ga werken. In onderstaande afbeelding staan er maar vijf fasen afgebeeld. Fase 0 staat hier niet bij, maar wij hebben hier wel mee gewerkt. 0 – Opstartfase (Probleemstelling) In de opstartfase zijn we onderzoekend aan de slag gegaan. Waar liggen er nog kansen en mogelijkheden als het gaat om mediawijsheid op Montessorischool Elzeneind? We zijn met de ICT-er in gesprek gegaan en hebben met haar besproken wat zij graag zou willen zien op school. Ze heeft ons ook laten zien welke materialen er allemaal aanwezig zijn en waar wij dus mee aan de slag willen gaan. Na het gesprek met de ICT-er zijn we samen tot een probleemstelling gekomen. De school wil er graag voor zorgen om de leerlingen mediawijzer te maken en ziet dit graag in een lesvorm terug. In de lessen wordt er naast Prowise niet veel andere tools gebruikt, dus aan ons de taak dit ook te verwerken in de lessen. Vervolgens zijn we gaan kijken hoe wij die uitdagingen en doelen om konden zetten tot een onderwijsontwerp. We waren allebei van mening dat we de leerlingen erbij moesten betrekken en dat we dit op een interactieve manier konden verwerken met leerlingen en leerkrachten. Omdat wij als doel hadden om zowel de leerlingen als de leerkracht mediawijzer te maken, hebben we gekozen voor gastlessen voor de leerlingen en een workshop ICT voor de leerkrachten. 1 – Discoveryfase (Mediawijsheid) In de Discoveryfase zijn we de ‘uitdaging’ gaan begrijpen. We hebben ons dan ook meer verdiept in Mediawijsheid, om zo beter te snappen wat leerlingen op welke leeftijd nou precies moeten weten en kunnen met betrekking tot media. Maar wat is mediawijsheid nou? ‘Mediawijsheid staat voor ‘het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld’ (raad van Cultuur, 2005). Een best complex en abstract begrip. Vandaar dat de Mediawijzer.net in 2012 met het competentiemodel Mediawijsheid is gekomen. In dit competentiemodel zijn verschillende soorten competenties opgenomen. Kennis, vaardigheden en de houding zijn componenten die bij elke competentie terugkomen. Bij het begrip van de media wordt media vooral passief gebruikt. Leerlingen krijgen hierbij inzicht in wat media is en snappen zij hoe ze media het (best) kunnen gebruiken. De competentie gebruik geeft aan dat leerlingen actief bezig zijn met de media. Zij gaan hiermee aan de slag met apparaten en software. Onder de competentie communicatie vallen informatievaardigheden en communiceren via sociale media. Zij zijn hierbij interactief bezig met media, wat betekent dat het met elkaar en anderen wordt gedeeld. De laatste competentie is gericht op het kritisch kijken en beschouwen van het eigen gebruik van media. Leerlingen worden zich hierbij bewust hoe zij media inzetten, zowel op school als in hun dagelijks leven. In onze lessenreeks hebben we verschillende competenties terug laten komen. In de onderbouw hebben we ons vooral gericht op het begrip. Wat is media precies? Wat kun je er mee doen? Leerlingen zijn passief bezig met media maar hebben wel op een actieve wijze gewerkt aan het begrip ‘media’. Daar hebben we dan ook tools aan gekoppeld waar leerkrachten op een makkelijke manier gebruik van kunnen maken. De bovenbouw is vooral gericht op het gebruiken van devices en media in hun dagelijks leven. Daarnaast hebben we in groep 7-8 de les gericht op het kritisch kijken naar hun eigen mediagebruik, omdat dit voor de leerlingen een betekenisvol proces kan zijn. In het ontwerpen van de lessen hebben we naast het competentiemodel mediawijsheid ook gekeken naar de competentieniveaus op leerlingniveau. Dit is een overzicht waarin per competentie wordt beschreven welke kennis en vaardigheden de leerlingen op een bepaalde leeftijd op doet. De letters geven aan of het gaat om begrip, gebruik, communicatie of strategie. We hebben hier voor de lessen bewust voor verschillende competenties gekozen, zodat we ze allen eens in de praktijk uit konden proberen. Op basis van de competentieniveaus hebben wij lessen ontworpen, passend bij de leeftijd en belevingswereld van de leerlingen. Hier hebben we dan vervolgens algemene leerdoelen en kerndoelen aan gekoppeld. In de lessen op de website en in de bijlage vind je meer informatie over de competentieniveaus op leerlingniveau. Ook hebben we in kaart gebracht met wie we nauw samen moeten werken om dit ontwerp (en de uitvoering hiervan) zo succesvol mogelijk te kunnen maken. De ICT- er blijft op de hoogte van de gastlessen en de tools die we gaan uitvoeren, onze basisschoolcoach regelt het contact met het team van Montessorischool Elzeneind. Vanuit die basis hebben we onze lessen (ver vooruit) kunnen plannen en hielden we ook nog genoeg tijd over om ons te focussen op het verdiepen, ontwerpen en uitvoeren van tools en gastlessen. 2 – Interpretationfase (Koppeling naar de theorie) De tweede fase is de interpretationfase. In deze fase ga je kijken naar de ideeën die je hebt opgedaan en vervolgens kijk je hoe deze binnen verschillende theorieën past. Wij hebben gekozen voor drie passende theorieën om onze ideeën tot een zo goed mogelijk onderwijsontwerp te kunnen maken. TPACK De eerste theorie waar we tijdens het ontwerpen vooral op gaan letten is het TPACK model. TPACK staat voor Technological Pedagogical Content Knowledge. Eigenlijk betekent dit dat de leraar in staat is om de kennis en vaardigheden die bij een vak horen op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier over te kunnen dragen met behulp van ICT. Het helpt leraren dus om keuzes te maken over hoe ICT het best kan worden ingezet om het leren van een bepaald vak te kunnen ondersteunen. De drie kennisdomeinen vakinhoud (Content Knowledge), didactiek (Pedagogical Knowledge) en ICT (Technological Knowledge) zijn de verschillende uitgangspunten waar bij het ontwerpen van ICT geïntegreerd onderwijs rekening mee gehouden moet worden. Omdat leren altijd in een bepaalde context plaatsvindt moeten we daar ook rekening mee houden. Er moet op vrijwel elke school anders worden omgegaan met ICT in het onderwijs, passend bij de leerlingen, visie, doelgroep en infrastructuur. (Koehler&Mishra, 2005). SAMR (zie onderstaande afbeelding) De tweede theorie waar we naar hebben gekeken is het SAMR model (Puentedura, 2010). Dit model is gericht op het digitaliseren van bestaand materiaal of werkvormen. Het model bestaat uit vier niveaus, die elk een mate en vorm van digitalisering aangeeft. 1. Vervanging; ICT wordt ingezet als vervanging van een hulpmiddel zonder verandering in didactiek. Gericht op het verbeteren van materiaal. 2. Meerwaarde; ICT wordt ingezet als vervanging van een hulpmiddel maar het versterkt de didactiek. Gericht op het verbeteren van materiaal. 3. Aanpassing; Het vervangen of wijzigen van materiaal door structureel anders te gaan werken. Hier krijgt de ICT zelf een belangrijkere rol. Denk aan een digitale poster die gedeeld kan worden met medeleerlingen, leerkrachten en ouders. 4. Transformatie; Het inzetten van ICT is hier, net zoals bij de aanpassing geen middel meer, maar een doel. Voorbeeld: de leerlingen houden gezamenlijk met de klas een blog bij voor ouders zodat ouders op de hoogte kunnen blijven van alle ontwikkelingen omtrent een bepaald thema. Om ouders een beter beeld te geven nemen de leerlingen foto’s en video’s op. Ze bewerken de foto’s en video’s en plaatsen het op hun blog. Het wil niet zo zijn dat het ene niveau ‘beter’ is dan de ander. Je moet als leerkracht goed bedenken wat de doelen zijn die je wil bereiken. Wil je snel en efficiënt een toets afnemen, dan zit je meer op het niveau van meerwaarde. Als je leerlingen écht wilt laten oefenen met ICT door het inzetten van verschillende devices, dan zit je meer op het niveau van transformatie. 21ST CENTURY SKILLS (zie onderstaande afbeelding) De 21e eeuwse vaardigheden worden gezien als de competenties die leerlingen nodig hebben in de maatschappij van de toekomst. Het model bestaat uit 11 vaardigheden. Creatief denken, probleem oplossen, kritisch denken, zelfregulering, sociale en culturele vaardigheden, samenwerken, communiceren, computational thinking, informatievaardigheden, ict-basisvaardigheden en mediawijsheid. De laatste vier vallen onder digitale geletterdheid, de eerste 7 vaardigheden zijn wat algemenere vaardigheden die je zonder het inzetten van ICT ook kunt ontwikkelen. Door de vaardigheden structureel terug te laten komen in het onderwijs, kijkend naar andere modellen zoals het SAMR model, kun je bewuster werken aan de 21st century skills. Hoe zie je die theorie terug in ons onderwijsontwerp? Bij de gastlessen hebben we gekeken naar onze ideeën en in welke mate dit past bij het TPACK model, het SAMR model en de 21st century skills. TPACK Voor de gastlessen hebben we gekozen voor een bepaalde vakinhoud, didactiek en de ICT die er in terugkwam. In groep ½ en groep ¾ hebben we gekozen voor een les over media en pictogrammen/reclame, gebruikmakend van coöperatief leren en werkvormen met de ICT Classdojo en Plickers. In groep 5/6 en 7/8 hebben we gekozen voor een inhoud gericht op taalbeschouwing waarin de leerlingen zelf aan de slag gingen met hun devices (telefoon) door middel van een vlog en hebben we ons gericht op het gebruik van (sociale media). Waar we in groep ½ en groep ¾ ons dus meer gericht hebben op een inhoud die te maken heeft met mediawijsheid, is daar bij groep 5/6 en groep 7/8 ook de vakinhoud van taal bij gekomen. SAMR model Als ik ga kijken naar het SAMR model dan zie ik dat we gebruik hebben gemaakt van verschillende niveaus. In groep ½ en groep ¾ hebben we vooral gewerkt op het niveau van meerwaarde. De tool wordt ingezet als vervanging en versterkt de coöperatieve werkvormen, maar zouden ook vervangen kunnen worden door bijvoorbeeld het bijhouden van punten via pen en papier. In groep 5/6 en groep 7/8 zijn we aan de slag gegaan met vloggen. Het werken met de telefoon om een film op te nemen was één van de doelen, naast de taaldoelen. Dit past dus beter op het niveau van aanpassing of transformatie. De doelen werden behaald met behulp van de ICT en zouden zonder die ICT ook niet behaald kunnen worden. 21st century skills Van de 11 skills zijn er zeker 8 goed teruggekomen tijdens onze les. Doordat je met TPACK en SAMR goed nadenkt over die les en de inhoud, werkvorm, gebruik van media en ICT dek je veel van die 21st century skills al af. Leerlingen hebben vooral veel samengewerkt, zijn samen tot oplossingen gekomen (bijvoorbeeld tijdens het opnemen van de vlog, leerlingen moesten samen bedenken waar zij een reclamespotje over gingen maken). Hier moesten zij creatief bij nadenken en zij hebben gewerkt aan de competenties van mediawijsheid. Alleen computational thinking en informatievaardigheden zijn niet teruggekomen in ons onderwijsontwerp, maar wij hebben hier bewust voor gekozen omdat we ons meer hebben gericht op mediawijsheid binnen digitale geletterdheid. 3 – Ideationfase (Ontwerpen) Na het verzamelen van de bijbehorende theorie en onderbouwing zijn we aan de slag gegaan met het ontwerpen van de uiteindelijke gastlessen. We zijn hierbij aan de slag gegaan met divergeren en convergeren. We zijn begonnen met divergeren. Wat willen wij beiden en wat is de gulden middenweg? Hierin hebben we flink gebrainstormd en zijn we samen tot beslissingen gekomen. We hebben geprobeerd om zo dicht mogelijk bij onze ideeën te blijven maar hierin de ander niet te vergeten. Nicole wilde er graag tools in verwerken en ik vond vooral het begrip en de strategie erg belangrijk als eerste les over mediawijsheid. Vervolgens zijn we gaan convergeren, oftewel het maken van de beslissingen. We hebben al onze ideeën voor de 4 gastlessen verzameld, met bijbehorende competentieniveaus voor de leerlingen. We zijn de lessen uit gaan werken, denk hierbij aan de voorbereiding (wie en wat hebben wij nodig voor de lessen?), de planning en uitwerking. 4- Experimentationfase (Uitvoeren en bijstellen) Vervolgens was het tijd om de lessen uit te gaan voeren en te experimenteren met de ideeën die wij in de praktijk wilden brengen. Tijdens de uitvoering bleek dat wij voor de leerlingen hele betekenisvolle activiteiten hebben bedacht. De leerlingen waren erg betrokken, er was genoeg afwisseling in het luisteren/ in gesprek gaan en het uitvoeren van een spel of activiteit. Ook de directe feedback die wij van leerlingen hebben mogen ontvangen was erg positief. Waar we tijdens de uitvoering in eigenlijk alle groepen wel tegenaan liepen is dat we in tijdnood kwamen. De activiteiten zijn interactief en worden deels met devices uitgevoerd. We hadden alle spullen op orde, maar er gaat toch veel tijd zitten in de kleine dingen. Uitvoeren van spellen waar misschien té veel vragen worden gesteld, leerlingen die graag samen het gesprek willen voeren en willen discussiëren. Het was voor ons belangrijk die tijd goed te bewaken, maar ik merk ook dat we de duur van zo’n les verkeerd hebben ingeschat. Onze oplossing is dan ook niet om minder activiteiten aan te bieden, maar om de les gewoon wat langer te laten duren. De betrokkenheid werd niet minder, dus dat geeft aan dat het voor de leerlingen prima wat langer kan duren. Tijdens de uitvoering waren we zelfs erg verbaasd over het feit dat leerlingen (vooral de oudere leerlingen) enorm handig zijn met hun telefoon, het instellen van de Wi-Fi en het downloaden van apps. Leerlingen kunnen het zelf en leren het ook zelf te doen, wat weer mooi aansluit bij de visie van de school. We hebben ze ook elkaar laten helpen, om zelf meer overzicht te houden en de leerlingen die de app al gedownload hadden ook bezig te laten houden. Eigenlijk is er dus redelijk weinig aangepast aan het onderwijsontwerp, maar we hebben ons van tevoren goed verdiept in de theorie en zijn gaan kijken vanuit de doelen die wij wilden bereiken. 5- Evolutionfase (Aanbevelingen) De laatste fase is de evolutionfase, waarin ik aanbevelingen ga doen. Voor mij was het belangrijk om mijn aanbevelingen heel praktisch en inzetbaar te maken. Zo kunnen de leerkrachten op Montessorischool Elzeneind meer met mediawijsheid doen, zonder dat zij hier te veel tijd aan hoeven te besteden. Mijn aanbevelingen zijn gericht op mediawijsheid. Ik heb ervoor gezorgd dat er voor elke groep eigenlijk wel wat handvaten zijn om in de toekomst mee aan de slag te gaan. De aanbevelingen: ▪ In de bovenbouw wordt er elk jaar meegedaan aan de Week van de Mediawijsheid. Dit is een mooie manier om een week lang met mediawijsheid bezig te zijn. Om naast deze week ook aandacht te besteden aan mediawijsheid, kunnen de leerkrachten van groep 7-8 lid worden van de Mediamastersclub. (https://www.mediamasters.nl/club/). Eén keer in de twee maanden is er een clubmoment waarin de leerlingen 45 á 60 minuten bezig zijn met een onderdeel binnen mediawijsheid. De lessen van de Mediamastersclub sluiten aan bij de competentieniveaus mediawijsheid voor leerlingen van het primaire onderwijs. Ik raad dan ook aan om de MediaMastersclub een vaste plaats te geven binnen het onderwijs, omdat het weinig tijd kost (per 2 maanden slechts 45-60 minuten) en je hier zo structureel mee bezig kunt zijn. ▪ In de groepen 1 t/m 6 kunnen leerkrachten zich aanmelden voor het Nationaal Media Paspoort (https://www.nationaalmediapaspoort.nl/). Dit is vergelijkbaar met de Mediamastersclub, maar dan gericht op de wat jongere kinderen. Er zijn 7 thema’s die kunnen worden gevolgd. Door de lessen een vaste plaats te geven binnen het onderwijs, zorg je ervoor dat het stukje mediawijsheid altijd terug komt. Daarnaast is niet alles verplicht om te maken, dus leerkrachten kunnen zelf kiezen wat zij behandelen en wat niet. ▪ Diploma Veilig Internet – The Game. Het lespakket is gericht op groep 5-6, The Game is gericht op groep 7-8. Dit lespakket en deze game zijn erop gericht kinderen te leren hoe je veilig internet. Ook dit gaat over Mediawijsheid, maar sluit meer aan bij internetten en sociale media. Op onderstaande site lee je meer over het diploma veilig internet. https://www.diplomaveiliginternet.nl/public/account/login ▪ Expeditie Micro:bit voor groep 6-7-8. Op het gebied van programmeren en Computational Thinking is er voor de bovenbouw nog niet zo veel materiaal aanwezig. FutureNL is dit jaar met een super gave actie gekomen. Leerkrachten kunnen hun school inschrijven voor Expeditie Micro:bit. Iedere school ontvangt dan 30 Digi-klooikoffers met micro:bits cadeau. De Expeditie bestaat uit 3 lessen van ieder minimaal één uur. Les 1 en 2 worden door de leerkracht gegeven, voor les 3 kan er een gastdocent les komen geven. Bovendien zijn de micro:bits gratis en zullen deze na de Expeditie op school kunnen blijven. Inschrijven moet wel vóór 7 juli gebeuren. In de literatuurlijst kun je de link naar Expeditie Micro:bit vinden. Conclusie Op Montessorischool Elzeneind hebben we vanuit het competentiemodel Mediawijsheid en de competentieniveaus mediawijsheid voor leerlingen uit het primair onderwijs gastlessen ontworpen en gegeven. Ons doel was om leerlingen te enthousiasmeren en om te kijken wat er mogelijk was binnen mediawijsheid. Uiteindelijk zijn we ook gaan zoeken naar andere manieren om mediawijsheid beter te kunnen verwerken in het onderwijs. In onze aanbevelingen hebben we dan ook praktische tips gegeven, die leerkrachten eigenlijk gelijk kunnen bekijken en uitvoeren. Het lijkt me wijs dat leerkrachten zich eerst gaan verdiepen in die andere opties binnen mediawijsheid. Daarna kan er altijd worden gekeken naar andere tools of devices om eventueel aan te schaffen. Let wel op dat daarbij éérst het doel bepaald moet worden. Wat willen we hier mee gaan doen? Pas dan kun je goed overwegen om de producten aan te schaffen of niet. Ik ben enorm benieuwd of de leerkrachten hier mee aan de slag gaan! Literatuur Bottema, J (2012). SAMR model: hoe innovatief is de inzet van ICT in de les?. Geraadpleegd op 6 juni 2017, van http://www.leervlak.nl/index.php/icto/samr-model-hoe-innovatief-is-de-inzet-van-ict-in-de-les.html FutureNL (z.d.). Inschrijven Expeditie Micro:bit. Geraadpleegd op 23 juni 2017, van http://futurenl.org/inschrijven-expeditie-microbit/ Kennisnet (2016). Medimasters: een goede basis om aan de slag te gaan met mediawijsheid. Geraadpleegd op 15 juni 2017, van https://www.kennisnet.nl/artikel/mediamasters-goede-basis-om-aan-de-slag-te-gaan-met-mediawijsheid/ Kunst Centraal (z.d.). Vloggen oefenen in en om de school. Geraadpleegd op 5 juni, van https://leerkrachten.kunstcentraal.nl/lesmateriaal/vlog-it-uh/les-3-vlogproto/ Mediawijzer.net. (z.d.). Competentiemodel Mediawijsheid. Gedownload op 18 mei 2017, van https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Opleidingsminoren/KLM/_layouts/15/WopiFrame.aspx?sourcedoc=/instituten/fhke/Opleidingen/Opleidingsminoren/KLM/Teksten/Mediawijsheidscompetenties/competentiemodel-korte-toelichting.pdf&action=default Plaisier, W (2015). Hoe design thinking je helpt bij het oplossen van complexe problemen. Geraadpleegd op 20 juni 2017, van https://www.frankwatching.com/archive/2015/06/26/hoe-design-thinking-je-helpt-bij-het-oplossen-van-complexe-problemen/ TPACK.NL (z.d.). TPACK: integratie van ICT in het onderwijs. Geraadpleegd op 12 mei 2017, van http://www.tpack.nl/ Wilson, C. Grizzle, A. Tuazon, R. Akyempong, K.&Cheung, C. (2011). Media and information Literacy, Curriculum for teachers. Gedownload op 6 juni 2017, van https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Opleidingsminoren/KLM/_layouts/15/WopiFrame.aspx?sourcedoc=/instituten/fhke/Opleidingen/Opleidingsminoren/KLM/Teksten/Mediawijsheidscompetenties/media%20and%20information%20literacy%20UNESCO.pdf&action=default
1 Reactie
|
|